Inleiding

Leber’s erfelijke oogzenuwlijden (LHON) is een mitochondriële ziekte die een dubbelzijdig centraal visusverlies geeft. De beginleeftijd van de patiënt kent een piek tussen de 1e en 3e decade, maar de klachten kunnen op iedere leeftijd optreden. Ongeveer 90% wordt veroorzaakt door een van de drie primaire puntmutaties in het mitochondriële genoom m.11778A>G (ND4), m.3460A>G (ND1) en 14484T>C (ND6). Deze puntmutaties zorgen voor een stoornis in complex I van de mitochondriële ademhalingsketen. Uit de literatuur is bekend dat van de mannen 50% en van de vrouwen ongeveer 10% gedurende het leven visusverlies ontwikkelt. Naar verwachting zijn er ook andere genetische en/of omgevingsfactoren die eveneens een rol spelen bij het wel of niet krijgen van visusverlies.

Deel 1 Omgevingsfactoren

Methode

Door middel van een literatuurstudie hebben we mogelijke risicofactoren geanalyseerd die een invloed op het krijgen van LHON kunnen hebben. Deze informatie is verzameld om daarmee onze eerder afgenomen vragenlijst te kunnen verbeteren. De vragenlijst bevat vragen om duidelijk te krijgen of er bij de onderzochte items een of meer omgevingsfactoren zijn die een risicofactor op visusverlies zouden kunnen zijn. De vragenlijsten VF-14, TAAQOL en HADS werden gebruikt om de mate van visuele aandoening, de kwaliteit van leven, angst en depressieve kenmerken vast te leggen. Aangedane carriers en niet aangedane carriers werden vergeleken. Om het effect van een specifieke factor verder uit te zoeken werd een explorerende extra vragenlijst onder 11 aangedane dragers afgenomen. Statistisch onderzoek is gedaan om de waarde van de uitslagen goed in te kunnen schatten.

Resultaten

In totaal hebben 158 deelnemers de test ingevuld, van wie er 62 aangedaan zijn en 96 niet aangedaan. De aangedane vrouwen waren ouder dan de mannen. Het mannelijke geslacht, binge drinken, roken, alsook de hoeveelheid van roken en kortdurend veel roken werden als individuele risicofactoren geïdentificeerd.

Het aantal mensen dat alcohol gebruikt, is groter onder de niet-aangedane dragers dan onder de aangedane dragers. Echter, grotere hoeveelheden alcohol gebruiken of binge drinken verhoogt de kans op visusverlies.

De onderzoekingen naar enkele groepen van mogelijk schadelijke stoffen leverden aanknopingspunten op voor verder onderzoek. Statistisch waren de aantallen te klein.

De VF-14 leverde geen nieuwe inzichten op.

Bij de TAAQOl werd door de aangedane dragers met name op de fijne motorische vaardigheden en de ADL-activiteiten minder gescoord.

Samenvatting en conclusie

Een variëteit aan omgevingsfactoren draagt bij aan het risico om LHON te ontwikkelen. Mannen hebben ook in dit cohort een aanzienlijk hogere kans op het ontwikkelen van visusverlies, terwijl vrouwen ouder zijn als ze LHON krijgen.

De hoeveelheid alcohol, de totale hoeveelheid alcohol- en tabaksconsumptie waren significant hoger bij de aangedane dragers. Intrigerend was het feit dat alcoholconsumptie (kleine hoeveelheid vóór visusverlies optrad) het risico hierop niet beïnvloedt. Enkele andere groepen van stoffen lijken mogelijk een bijdrage aan het risico op visusverlies te leveren.

Verder onderzoek is nodig om de bijdrage in te schatten van iedere factor aan het totale ziekterisico en om eveneens andere genetische en niet-genetische factoren mee te nemen.

LHON heeft een impact op de kwaliteit van leven op verschillende niveaus, de aangedane dragers ervaren de problemen met de visus, maar hebben ook meer depressieve symptomen en scoren lager op de fijne motoriek-functies en hun algemene dagelijkse activiteiten.

Deel 2 Genetische factoren

Vraag

Dragen andere genen bij aan het risico op het ontwikkelen van LHON?

Methode

  1. Materiaal van 10 mensen met de ND6-mutatie is verzameld. Er zijn stambomen gemaakt. In samenwerking met de universiteit van Bologna wordt gekeken of het mitochondriële DNA risicofactoren bevat.
  2. Materiaal en stambomen van 50 Nederlandse families zijn verzameld in samenwerking met meerdere Europese centra. In dit onderzoek is naar het gehele DNA gekeken en wordt gezocht naar gemeenschappelijke factoren die het risico op visusverlies versterken.

Resultaten

De resultaten van a. en b. worden in 2020 verwacht.

 

Onderzoeksperiode 2018/2019

Universiteit Maastricht en Stichting NeMO

Project

‘Het ontrafelen van additionele factoren die de variabele penetrantie voor Leber’s erfelijke oogzenuwlijden kunnen verklaren’